De families Vleeming en Kuijpers, 1912-1967

De boerderij omstreeks 1950.

De Vorst van Bentheim en zijn rentmeester zullen zich in 1912 hebben afgevraagd wat te doen met de oude herberg van Laurant. In het algemeen was het Lienden in de tweede helft van de 19e eeuw niet goed gegaan. De Batenburgse samenleving was eigenlijk nog op een feodale leest geschoeid: de Vorst van Bentheim, de voormalige Heer van de Heerlijkheid Batenburg, had als grootgrondbezitter nog steeds een geweldige invloed. Gedurende de hele negentiende eeuw was Batenburg als een soort wingewest gebruikt, dat voornamelijk opbracht en waarin weinig werd geïnvesteerd. Ook de steenrijke Liendenaar Jan Steeg had zijn geld niet in de ontwikkeling van de landbouw gestoken maar er een nieuwe kerk mee gebouwd in Batenburg. Het gevolg was dat er in Lienden van de oorspronkelijk vijftien huizen nog twaalf over waren. Zelfs de Notenhof, een voor Liendense begrippen grote hoeve, was ernstig in verval geraakt.
Mogelijk om dit tij te keren, of om de plaats in te nemen van de Notenhof, werd besloten om te investeren in een nieuwe boerderij op de plaats van de oude herberg. Dat kon in één moeite door met de restauratie van de molen die in 1911 door de Vorst werd uitgevoerd.

Willem Vleeming en Reintje Weenk gaan in 1912 op De Gordenaars wonen, 23 en 24 jaar oud en pas een maand getrouwd. Dit jonge stel werd uit Westervoort naar Batenburg gehaald om de nieuwe boerderij op te starten. Ze kwamen ook naar Batenburg om de Protestante gemeenschap te versterken, zoals veel protestanten in Maas en Waal als immigranten werden aangetrokken om de “protestantse” grond te bebouwen.

Het bestaande pand wordt grondig gerestaureerd tot de vorm zoals die nu nog bestaat. In de gevel wordt een steen ingemetseld met de vermelding “De Gordenaars, herbouwd 1912”. Het gezin Vleeming-Weenk woont tijdens de herbouw in of bij het huis. Het eerste kind Jan, wordt in maart, midden in de rommel, geboren. Het verhaal gaat dat rentmeester Hiebendaal nog van zijn ouders verwachtte dat ze het bierhuis in stand hielden. Reintje zag daar echter niets in en het is na de verbouwing nooit meer van de grond gekomen. De Vleemings waren boeren. Bij de boerderij hoorde een grote schuur en minstens vijf hectaren grond.

In 1913 wordt de tweede zoon geboren, Kees. Dat najaar wordt het druk op de Gordenaars. De hele schoonfamilie Weenk trekt erbij in, vader, moeder en vier zoons. In augustus 1914 wordt Willem geboren. Met 11 personen in alle leeftijden tussen 0 en 65 moet het huis aardig vol zijn geweest.

Bron: H. van Heiningen, Batenburg Eeuwenlang Twistappel, Wijchen 1987.

In 1918 wordt Willem Vleeming sr. als enige protestant in de gemeenteraad van Batenburg gekozen. Hij zal zijn hele leven raadslid blijven.
In de loop van de jaren twintig wordt het weer rustiger op de Gordenaars. De schoonouders komen te overlijden en de overige bewoners vertrekken naar elders zodat Willem en Reintje Vleeming-Weenk uiteindelijk met hun drie zoons overblijven. Als de Vorst in 1928 besluit om de Gordenaars te verkopen verhuizen ze naar een pachtboerderij van de Protestantse kerk in het buurtschap Lienden. Kennelijk ziet de familie voor zichzelf onvoldoende toekomst op de Gordenaars, of heeft ze gewoon het geld niet om de boerderij zelf te kopen. Ze hebben 18 jaar op de Gordenaars gewoond.

Echtpaar Kuipers-Gijsbers voor hun huis in de 40er jaren

Piet Kuijpers sr. uit Appeltern wordt de nieuwe eigenaar van het huis met erf, schuur en 5 hectare bouw- en weiland. Hij komt met zijn gezin op de Gordenaars wonen. Hij is 54 jaar en nog maar vier jaar geleden getrouwd met de tien jaar jongere Batenburgse Geertruida Gijsbers. Samen hebben ze inmiddels twee zoons: Lambert en Piet jr. Ze voeren een gemengd boerenbedrijf. In de dertiger jaren zullen ze hinder hebben ondervonden van de dijkverzwaring en de kanalisatie van de Maas. Er loopt dan een spoorlijntje over de dijk voor het vervoer van klei. De dijk wordt buitendijks aanzienlijk verbreed en de Maas, die altijd vlak bij het huis had gestroomd, verdwijnt uit het zicht in een nieuw gegraven bedding.

Na de oorlog, de zonen zijn inmiddels rond de twintig, groeit het bedrijf. Als de grote schuur van binnen wordt heringericht schrijft de jonge Piet in het verse cement van de paarden-voerbak: “Volgens plan P. Kuijpers 1948”. In 1955 wordt de schuur uitgebreid en het kippenhok gebouwd en door dezelfde Piet in het verse cement gesigneerd.

Piet jr. trouwt in 1958 op de Gordenaars met Jo van Heumen en wordt eigenaar van huis en bedrijf. Vader Piet sterft 83 jaar oud op hun dramatische trouwdag. Piet jr. en Jo krijgen 4 kinderen op de Gordenaars, Ton, Gerard, Bert en Ria.

Pas rond 1960 bereikt de nieuwe tijd echt de Gordenaars: kort na elkaar komt er leidingwater, elektriciteit en telefoon. Dit kan het boerenbedrijf niet meer redden. In 1967 wordt de boerderij ontmanteld en worden huis, schuren en landerijen in het kader van de ruilverkaveling verkocht aan de Stichting Beheer Landbouwgronden. De familie Kuijpers heeft bijna veertig jaar met drie generaties op de Gordenaars gewoond. De familie laat het huis met weinig pijn achter. De geest van modernisering waait door het Land van Maas en Waal en dit huis is wel erg oud en vochtig. Ze laten hun voormalige bezit volledig uitgekleed achter in de veronderstelling dat het zal worden afgebroken om plaats te maken voor de verbindingsweg met Hernen. Ze verhuizen naar een boerderij aan de Liendensedijk 5, waar zoon Bert nu de kampeerboerderij “Het Kuijperke” exploiteert.

Vervolg >> na de ruilverkaveling.