Het gezin van Bart Kolen en Maria van Riel
Van het huwelijksjaar 1835 tot de dood van Bart in 1878
Bart Kolen groeit op in de ouderlijke boerderij aan de Stokhasselt. Hij trouwt in 1835 met Maria van Riel. Zij is van boerenafkomst. Ze heeft later ook een paar percelen hakhout op haar naam in de Hasselt, waarschijnlijk uit de erfenis van haar ouders. Van de familie van Riel is verder niet veel bekend. Twee broers treden op als getuigen bij het huwelijk. Van twee andere broers en een zus zijn bidprentjes bewaard gebleven in de familie.
Bart is de eerste thuis die trouwt. De ouderlijke boerderij is door zijn vader nagelaten aan zijn oudere broer Francis. Om zelfstandig te kunnen boeren moet hij dus elders opnieuw beginnen. Gelukkig bezat zijn grootmoeder, de weduwe Ockers-Smarius, in de Hasselt een boerenstee met een hectare of drie land. Oma was een paar jaar eerder in de pastorie van haar zoon in Hechtel (B) gestorven en Bart krijgt die boerderij. Merkwaardigerwijs staat in de huwelijksacte dat niet bekend is waar en wanneer oma precies is overleden. Van een grootmoeder die zo’n erfenis nalaat zou je dat toch weten. Overigens wordt een en ander pas definitief geregeld in 1836 met een Acte van scheiding.
Het jonge stel Bart en Maria vestigt zich dus in de Hasselt. Bij de aangifte van hun eerste dochter in 1837, wordt als adres opgegeven Wijk Hasselt no. 490. Dit is het huis dat van zijn grootmoeder werd geërfd. Het moet een eenvoudig onderkomen zijn geweest met een aparte schuur en stal. Voor het huis werd fl. 9,- belasting betaald, voor de schuur fl. 6,-. Als we weten dat het tarief voor de ouderlijke boerderij fl. 45,- was dan is duidelijk dat Bart en Maria een bescheiden start maakten.
Later, tussen 1847 en 1850, wordt de oude bebouwing afgebroken en wordt de boerderij herbouwd. In het kadaster is dat terug te vinden. De belasting voor de bebouwing wordt fl. 21,-. In de kadastrale legger wordt opgetekend: “herbouw”. Op deze boerderij wonen tot de sloop in 1940 drie generaties Kolen. Ook mijn grootvader groeide er op.
Bart en Maria krijgen er elf kinderen. Die blijven niet allemaal leven. Als dochter Cornelia in 1868 als eerste trouwt met Frans Verhoeven is ze de oudste van vijf. Mogelijk woont dit jonge paar aanvankelijk op de ouderlijke boerderij, waar Frans samen met zijn zwagers in het bedrijf werkt onder leiding van (schoon)vader Bart. Sjaak, die later de boerderij zal erven, is dan 21 jaar. Bij zijn eigen huwelijk 7 jaar later noemt deze zich landbouwer, terwijl zijn zwager Frans dan getuigt als dagloner. Weer tien jaar later, in 1884, heet Frans juist landbouwer en staat Sjaak te boek als wever. Het gezin Verhoeven betrekt later een eigen woning naast de boerderij van Kolen. Sjaak werkte ook als wever, zoals gebruikelijk in die tijd naast het werk op de boerderij van zijn vader. Pas later in 1884 kan hij helemaal op zichzelf gaan boeren.
Er was nog een huwelijk in de familie. Johanna trouwt met Engelbert Mutsaers, een leerlooier. Zij blijven niet op de boerderij. Engelbertus bezit een looierij aan de Hasselt (H 1751/1752) waar ze wel zullen zijn gaan wonen. Vader en moeder Bart en Maria zijn daar waarschijnlijk op hun oude dag naast gaan wonen. In ieder geval kopen ze in 1877 een huis naast de looierij. Bart noemt zich dan geen boer meer, maar “buiten beroep”. Lang geniet hij niet van zijn nieuwe huis. In 1878 komt hij te overlijden. Op het einde van dat jaar is ook de jongste zoon gestorven en is Frans Verhoeven weduwnaar geworden. Hij zit met vijf minderjarige kinderen tussen 9 en 2 jaar op de boerderij van zijn schoonvader. Zijn schoonzuster Petronella zal hem bij de huishouding en de opvoeding hebben geholpen. Dit was een zeer godsvruchtige vrouw, die ongetrouwd door het leven ging als “kwezel”.
Gedurende hun lange huwelijk hebben Bart en Maria de boerderij gestaag verder uitgebreid. Een aantal percelen kwamen uit de erfenis van broer Jacobus die overleed in 1836. Van een achterneef, de pastoor Hubertus Ockers, kwam in 1863 een erfenis in Besoyen. Broer Cornelius, de Antwerpse onderpastoor, laat in 1866 ook nog een erfenis achter.
Via aankoop van derden en ruiling met broer Francis ontstaat een voor die tijd flink en samenhangend boerenbedrijf met landbouwgrond in de Hasselt en Besoyen. Het bedrijf blijft tot de dood van Maria in 1884 ongedeeld. Het omvat dan drie huizen en een “bouwplaats”, ongeveer elf hectare landbouwgrond en zeven en een halve hectare bos, heide en hakhout. Het echtpaar heeft dus goed geboerd. Hun bezit aan onroerend goed is in de ruim veertig jaar van hun huwelijk meer dan verdrievoudigd.
In 1884 werd het opgebouwde vermogen verdeeld over vier partijen: Frans Verhoeven en zijn kinderen, het kinderloze echtpaar Mutsaers-Kolen, de “kwezel” Petronella en Sjaak met zijn gezin. De vier kavels worden verloot. Het gezin van Sjaak wordt in het volgende hoofdstuk beschreven.