Het gezin van Francis Coolen en Johanna Horvers

Van het huwelijksjaar 1763 tot de dood van Francis in1795

Francis was de jongste van drie broers Coolen die ieder aan het begin stonden van een eigen familietak. Zijn twee broers (Jan en Adriaan) trouwden rond hun 27e en gingen op zichzelf wonen. Hij bleef thuis wonen met zijn oudere zus Theresia en werkte in het ouderlijk bedrijf. Dat valt op te maken uit het (later herroepen) testament uit 1757 dat door hun ouders werd gemaakt. Daarin wordt aan broer en zus Francis en Theresia een huis met inboedel gelegateerd  “voor bewezen en nog te bewijzen diensten”.  We mogen aannemen dat het hier het familiehuis en -brdrijf betrof waarin de ouders woonden en werkten met hun ongetrouwde zoon en dochter.

Als Theresia in 1763 is gestorven trouwt Francis alsnog in datzelfde jaar. Hij is dan 38, zijn vrouw twintig jaar jonger. Hij leent duizend gulden, waarvoor zijn vader mede borg staat. Met zo’n bedrag kon je in die tijd een flink huis kopen. Het is mogelijk dat de jonggetrouwden op zichzelf gingen wonen. Waarschijnlijker is het dat ze in de ouderlijke boerderij bleven en daar hun gezin stichtten.

Zijn moeder liet, na de dood van Theresia en vader, een nieuw testament maken waarin het ouderlijk huis, met stal en schop en aangelegen erf te zijner tijd aan Francis zou komen. Alles bijeen erft hij in 1775 de boerderij met 22,5 lopens (4 1/2 ha.) landbouwgrond. Waarschijnlijk heeft hij al die jaren de ouderlijke boerderij bestierd en het land bewerkt. Dat zou ook verklaren waarom zijn erfenis groter uit lijkt te vallen valt dan die van zijn broers.

Francis Coolen heeft zich niet onbetuigd gelaten bij de notaris en de schepenenbank. Er zijn een groot aantal transacties op zijn naam geregistreerd, waaronder de koop en verkoop van huizen en grond in de Hasselt en de Stokhasselt. Ook in 1775, het jaar waarin hij het ouderlijk huis erft, verkoopt hij een huis met hof en aangelegen erf. Daarna heeft hij verschillende keren aanzienlijke leningen gesloten.
Waarschijnlijk was Francis daarom meer koopman dan boer, net als zijn voorouders. Beroepsaanduidingen zijn in de stukken niet gevonden, of het moet de term “burger” zijn uit het testament in 1795. Maar die aanduiding zal wel ingegeven zijn door de Franse invloeden in die tijd.

Francis en Johanna kregen acht kinderen. Joanna overleed jong op 46-jarige leeftijd. Francis overleeft haar 4 jaar. Hij maakt een nieuw testament en verandert dat een week voor zijn dood nog eens. Hij laat vijf ongetrouwde kinderen achter. Ze wonen waarschijnlijk allemaal nog thuis, drie dochters van 31, 29 en 25 jaar en twee zoons, Cornelis en Dionisius. De oudste van die twee, Cornelis, is dan 22 en “innocent”, geestelijk gehandicapt.

De innocente zoon krijgt in het testament een vastgestelde erfenis in de vorm van een stuk land, een vaste inkomstenbron. De rest van de erfenis kan door de andere kinderen worden verdeeld. Waaruit die erfenis bestaat wordt niet beschreven.
Als mede-executeur treedt neef Cornelis-Jan op, de oudste zoon van de oudste broer van Francis. Deze is 30 jaar ouder als zijn neef Dionisius. Deze Cornelis Jan Coolen woont ook op de Stokhasselt. Hij is fabrikant/wever met drie getouwen. Dat hij mede-executeur is laat zien dat de verhouding tussen de twee takken van de familie goed was.

De drie dochter trouwen alle drie in 1800/1801. Hun partners zijn kooplieden en een fabrikant/blauwverver. Dit duidt er op dat de familie Koolen stevige verankerd was in de wereld van de Tilburgse wolkooplieden en fabrikanten van die tijd. Ook Dionisius trouwt in 1801 met een goede partij en geeft dan als beroep herbergier op. Hij is de volgende generatie in de keten van dit familieboek en wordt in het volgende hoofdstuk beschreven. De innocente Cornelis blijft ongehuwd.

Bij de verdeling van Cornelis’ nalatenschap in 1838 blijkt dat er zes kleinkinderen van Francis en Johanna zijn overgebleven: drie kinderen van Dionisius (Francis, Norbertus en Cornelius) en een kind van elk van de drie dochters (Francis Cornelisse, Johanna Pessers en Antonetta Kooyen).